Terug naar homepagina Terug naar nieuwsoverzicht

Branchesignalering BTW actualiteiten in de Automotive

5 oktober 2020

Ondernemers in de automotive hebben te maken met een aantal specifieke btw-regelingen.


1. Verkoop van auto’s aan ondernemers in het buitenland

Bij verkoop van auto’s aan ondernemers in het buitenland, waarbij de auto voor de verkoop naar het buitenland wordt gebracht, is de auto met btw belast in het land van aankomst. In Nederland is 0% btw verschuldigd en dit wordt in de btw-aangifte aangegeven bij vraag 3a (verkoop aan ondernemer buiten EU) of 3b (verkoop aan ondernemer binnen EU). Van belang is dat de ondernemer in Nederland met documenten aan kan tonen dat de auto naar het buitenland is vervoerd. Vanaf 1 januari 2020 gelden bij verkoop aan een ondernemer binnen de EU strengere eisen:
▪ De afnemer beschikt over een geldig btw-identificatienummer in het andere EU-land. Check dit nummer via het VIES en bewaar een afdruk of kopie van de check in de administratie bij de factuur. Dit btw-identificatienummer moet ook in de verplichte opgaaf ICP worden vermeld.
▪ Het vervoer van de auto naar het andere EU-land moet kunnen worden aangetoond. Hieraan voldoet de ondernemer in ieder geval als hij beschikt over twee bewijsstukken – die niet tegenstrijdig aan elkaar zijn en onafhankelijk van elkaar zijn opgesteld – die het vervoer aantonen.


Het gaat dan om twee van de volgende documenten, die niet tegenstrijdig aan elkaar zijn en moeten zijn afgegeven door twee van elkaar onafhankelijke partijen:
▪ kopieën van de facturen;
▪ CMR-vrachtbrieven die door alle partijen (leverancier, afnemer en vervoerder) getekend zijn;
▪ pakbonnen;
▪ betalingsbewijzen;
▪ kopiefacturen waarop voor ontvangst is getekend;
▪ verklaringen van de vervoersonderneming.


of een van voorgaande documenten samen met één van de volgende documenten:
▪ een verzekeringsovereenkomst voor de verzending of het vervoer van de auto, of bankdocumenten die de betaling van de verzending of het vervoer aantonen;
▪ officiële documenten uitgereikt door een openbare instantie, zoals een notaris, waarin de aankomst van de auto in de lidstaat van bestemming wordt bevestigd;
▪ een ontvangstbewijs van een entrepothouder afgegeven in het EU-land van bestemming, waarin de opslag van de auto in dat EU-land wordt bevestigd.


Tip
Ga na of ook vanaf 1 januari 2020 nog steeds aan de voorwaarden wordt voldaan voor toepassing van 0% btw op leveringen aan ondernemers in andere EU-landen. Controleer of de benodigde documenten die het vervoer onderbouwen aanwezig zijn en check of het btw-identificatienummer van de afnemer klopt. Bewaar een kopie van deze check bij de factuur.

Let op!
Toepassing van 0% btw is met name moeilijk aannemelijk te maken wanneer de auto door de afnemer is opgehaald en met eigen vervoer naar een ander EU-land is overgebracht. Wanneer sprake is van een vaste afnemer, kan gebruik worden gemaakt van een afhaalverklaring. Wanneer niet aan de genoemde voorwaarden voor 0% btw is voldaan, kan de Belastingdienst over de levering 21% btw naheffen en een eventuele boete opleggen.

2. Factuurvereisten en vooruitbetalingen

Iedere verkoopfactuur en inkoopfactuur moet aan de factuurvereisten voldoen. Zo moet de factuur een factuurdatum en de naam- en adresgegevens van de leverancier en afnemer vermelden. Indien de leverancier en zijn afnemer overeenkomen dat de afnemer een vooruitbetaling doet, moet de leverancier van de auto een factuur voor het bedrag van de vooruitbetaling aan zijn afnemer uitreiken. Dit moet hij doen vóór het moment waarop de vooruitbetaling opeisbaar wordt. De btw over de vooruitbetaling is verschuldigd op het moment dat de factuur van de vooruitbetaling wordt uitgereikt of had moeten worden uitgereikt.

Let op!
Wanneer een factuur wordt uitgereikt vanwege een vooruitbetaling terwijl de auto nog niet geleverd is, vermeld dan niet de exacte leverdatum, maar de verwachte leverdatum. Strikt genomen kan het vermelden van een leverdatum die achteraf onjuist blijkt te zijn ertoe leiden dat de verkoopfactuur een factuurgebrek bevat. Dat kan resulteren in een boete. Het vermelden van een verwachte leverdatum geeft aan dat het een toekomstige levering betreft waarvan de exacte leverdatum nog niet bekend is. Op die wijze wordt het vermelden van een onjuiste leverdatum voorkomen, omdat een verwachting wordt aangegeven.

Wanneer een verkoopfactuur niet aan de factuurvereisten voldoet, kan de Belastingdienst aan de leverancier een boete opleggen van € 5.514. Voldoet een inkoopfactuur niet aan de factuurvereisten, dan kan de Belastingdienst de ondernemer die de btw op de inkoopfactuur in aftrek wil brengen het recht op btw-aftrek weigeren (dit mag niet bij kleine factuurgebreken).

Tip
Check de verkoopfacturen op de factuurvereisten. Let daarbij op dat ook bij vooruitbetalingen een factuur wordt opgemaakt, namelijk voor het moment waarop de vooruitbetaling opeisbaar wordt.

Tip
Check ook de binnenkomende inkoopfacturen op de factuurvereisten, omdat de Belastingdienst het recht op btw-aftrek op een onjuiste inkoopfactuur kan weigeren.

3. Self-billing

Het komt voor dat de afnemer de factuur opmaakt in plaats van de leverancier van de auto. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij inruil van auto’s. Op de factuur moet staan vermeld dat de afnemer de factuur heeft opgemaakt, bijvoorbeeld door de woorden ‘factuur uitgereikt door afnemer’ op de factuur te vermelden. Bij de inruil van een auto tussen twee ondernemers is verder van belang dat de inruil van een auto niet gecrediteerd wordt, maar dat sprake is van twee afzonderlijke leveringen: de aankoop van een nieuwe auto bij de dealer en de aankoop van de gebruikte auto door de dealer.

Tip
Controleer de door de afnemer opgemaakte facturen op de factuurvereisten. De leverancier blijft namelijk verantwoordelijk voor de juistheid van de verkoopfacturen en kan worden beboet voor maximaal € 5.514 als de verkoopfactuur onjuist is, ook als deze door de afnemer is opgemaakt.

4. Omzetbonussen, afnamevergoeding en korting

Als sprake is van een omzetbonus of afnamevergoeding wordt de korting of bonus meestal op een later moment berekend. De omzetbonus en afnamevergoeding houden direct verband met de verkoop en afname van een bepaald product, bijvoorbeeld autobanden van een bepaald merk. Er moet voor de omzetbonus of afnamevergoeding een creditfactuur met 21% btw worden uitgereikt. Een promotievergoeding die ziet op een apart overeengekomen dienst om bepaalde producten te promoten, is apart belast met 21% btw. Hiervoor wordt een aparte factuur opgemaakt. Ook voor een korting die later verleend wordt, moet een creditfactuur worden uitgereikt. Kortingen die direct bij verkoop worden gegeven, worden op de oorspronkelijke factuur gelijk meegenomen.

Let op!
Voor een omzetbonus, afnamevergoeding en een achteraf verleende korting moet een creditfactuur met een negatief btw-bedrag worden uitgereikt. Bewaar de creditfactuur in de administratie. Omdat de ondernemer die de inkopen heeft gedaan de btw op de eerdere factuur reeds in aftrek heeft kunnen brengen, moet hij de negatieve btw op de creditfactuur in zijn btw-aangifte corrigeren en dus terugbetalen. De leverancier die de korting verstrekt en een negatief btw-bedrag op zijn creditfactuur vermeldt, kan de ondernemer vragen om een verklaring te tekenen waarin hij aangeeft het btw-bedrag dat gecrediteerd wordt aan de Belastingdienst terug te zullen betalen. Dit omdat de leverancier anders de aanvankelijk door hem te veel betaalde btw niet terug kan vragen.

5. Verkoop aandelen

Worden binnen een automotive-groepsstructuur de aandelen in een bv verkocht, dan is over de verkoop van de aandelen geen btw verschuldigd. Dit betekent dat in principe geen recht op aftrek is van btw op kosten gemaakt in verband met de aandelenverkoop. Denk bijvoorbeeld aan advieskosten. Hierop is een uitzondering gemaakt door de staatssecretaris: er is toch recht op btw-aftrek van de in verband met de verkoop van de aandelen gemaakte kosten als:
▪ De verkopende ondernemer samen met de bv of nv waarvan de aandelen zijn verkocht een fiscale eenheid btw vormde; of
▪ De verkoper van de bv of nv waarvan de aandelen zijn verkocht btw-belaste managementactiviteiten verrichtte en de verkoper meer dan 50% van de aandelen van de verkochte nv of bv in handen had.


De btw mag in dat geval in aftrek komen op grond van de pro rata van de onderneming. De pro rata is de verhouding van de btw-belaste omzet ten opzichte van het totaal van de btw-belaste en btw-vrijgestelde omzet. De btw-vrijgestelde omzet van de verkoop van de aandelen wordt niet in de pro rata meegenomen.

Tip
Ga na of bij de verkoop van aandelen aan de goedkeuring van de staatssecretaris is voldaan, zodat de btw op de in verband met de aandelenverkoop gemaakte kosten toch in aftrek kan worden gebracht. Dit kan btw-druk voorkomen. Pas ook de managementovereenkomst na een verkoop aan, zodat de partij die de managementdiensten verricht in de managementovereenkomst wordt opgenomen en dus recht op btw-aftrek heeft.

6. Verstrekkingen aan personeel en relaties

Worden er verstrekkingen gedaan aan relaties en personeel? Denk bijvoorbeeld aan een kerstpakket, een huwelijkscadeau of relatiegeschenken. Maar ook aan het ter beschikking stellen van koffie of thee aan klanten, het schenken van een bosje bloemen of fles wijn bij aankoop van een nieuwe auto of het rijden van een rally met klanten en andere klant-events. Let bij deze verstrekkingen aan personeel en relaties op toepassing van het BUA. Wanneer de verstrekkingen per persoon een waarde hebben van meer dan € 227 (exclusief btw) moet de btw die hierop in aftrek is gebracht, worden gecorrigeerd. De drempel van € 227 geldt per persoon en per relatie. Houd in de administratie altijd een berekening voor het BUA bij. Een eventuele correctie vanwege het BUA wordt gemaakt in de laatste btw-aangifte over het boekjaar. Bij een boekenonderzoek in de automotive controleert de Belastingdienst vrijwel altijd op de BUA-berekening. Wanneer een BUA-berekening ontbreekt, zal de Belastingdienst een btw-correctie en een eventuele boete opleggen.

Tip
Let op dat de drempel van € 227 snel is overschreden. Houd in de administratie een BUA-berekening bij en doe waar nodig een btw-correctie, zodat bij een eventuele controle van de Belastingdienst de BUA-berekening in orde is.

7. Globalisatie- en margeregeling

Veel automotivebedrijven passen de margeregeling toe op de verkoop van gebruikte auto’s. De margeregeling mag alleen worden toegepast op gebruikte auto’s die zonder btw zijn ingekocht. Er is dan btw verschuldigd over de winstmarge. Bij toepassing van de margeregeling moet de ondernemer de winstmarge op basis van globalisatie per tijdvak vaststellen en niet per verkoop. De btw moet worden voldaan uit de winstmarge per tijdvak.

Let op
Ondernemers kunnen onbedoeld betrokken raken bij btw-carrouselfraude, met vervelende gevolgen. Zo kan de aftrek van de voorbelasting worden geweigerd of het toepassen van het 0%-tarief niet worden toegestaan.
Ondernemers behouden hun recht op aftrek van voorbelasting of op het toepassen van het 0%-tarief als zij niet wisten of niet hadden kunnen weten (te goeder trouw waren) dat zij deelnamen aan een btw-carrouselfraude en zij er alles aan hebben gedaan om hierbij niet betrokken te raken.


Na afloop van het kalenderjaar worden de winstmarges van alle aangiftetijdvakken gesaldeerd en het jaarsaldo vastgesteld (de jaarwinstmarge). Hieruit kan blijken dat minder btw verschuldigd is dan de automotive-ondernemer in het kalenderjaar op aangifte heeft voldaan. De te veel afgedragen btw kan door middel van een schriftelijk verzoek worden teruggevraagd in het eerste aangiftetijdvak na afloop van het kalenderjaar waar het om gaat. Bij een negatieve jaarwinstmarge moet de inspecteur verzocht worden om de jaarwinstmarge op het negatieve bedrag vast te stellen. Deze negatieve jaarwinstmarge mag vervolgens verrekend worden met de positieve jaarwinstmarge van het volgende kalenderjaar.

Tip 1
Zorg ervoor dat bij de inkoop voor een bedrag van € 500 of meer een inkoopverklaring aanwezig is. Hiermee wordt aangetoond dat de ondernemer de auto zonder btw heeft ingekocht. De verkoper van de auto moet de inkoopverklaring hebben getekend. Dit voorkomt naheffingen.

Tip 2
Verzoek bij een negatieve jaarwinstmarge de inspecteur tijdig om een negatieve jaarwinstmarge vast te stellen. Dit wordt gedaan door een brief te sturen aan de Belastingdienst met daarin het verzoek de negatieve jaarwinstmarge vast te stellen. Doe dit tegelijk met het indienen van de btw-aangifte over het eerste tijdvak van het volgende kalenderjaar. Dit voorkomt dat een negatieve jaarwinstmarge verdampt.